This is archived content from a previous version of this website. Please go to homepage to visit the new website.

Dossier Paul Andriesse vs. Hellen van Meene

10 maart 2004 - het vonnis

Lees het vonnis
[Adobe PDF 109KB / link opent in nieuw venster]

Het commentaar van advocaat Ella Adriaanse

e-mail van vrijdag 12 maart 2004 10:02

[...]

De proceskosten zijn gecompenseerd. Dat betekent dat ieder de eigen kosten moet betalen. Gebruikelijk is dat de partij die in het ongelijk wordt gesteld de kosten van de ander moet betalen. Maar de kantonrechter overweegt dat beide partijen op onderdelen in het ongelijk zijn gesteld. Dus ook Andriesse.

Van belang is verder:

  • de kantonrechter stelt dat wat Andriesse naar voren heeft gebracht over galeriecontracten, investeren in de kunstenaar e.d. niet van belang is, omdat Andriesse, als hij daar afspraken over had willen maken, dat ook als professional had moeten aanpakken en doen. Dat heeft hij niet gedaan;
  • de kantonrechter erkent dat jullie verhouding sinds begin 2001 verslechterde en dat jij kon menen dat je de relatie met Andriesse onmiddellijk dan wel op zeer korte termijn kon beëindigen;
  • de afspraken zijn niet helemaal duidelijk; wel neemt de kantonrechter aan dat de afspraak was dat je 50% van je inkomsten aan Andriesse afdroeg na aftrek van kosten, dat hij 10% commissie kreeg op verkopen in buitenlandse galeries en dat jij het recht had om te bepalen dat door jou gekozen galeries jouw werk konden verkopen, en ook dat je een verkoopstop mocht instellen;
  • je hebt op acceptabele wijze de in het tussenvonnis gevraagde gegevens aangeleverd;
  • de kantonrechter vindt onaannemelijk dat Andriesse de drie Japan-series allemaal in 2001 zou hebben verkocht;
  • de kantonrechter vindt niet onredelijk als uitgangspunt te hanteren dat Andriesse circa 2 keer zoveel zou hebben verkocht in 2001 als wat nu via de andere galeries is verkocht;
  • daarom wordt aan Andriesse als schadevergoeding voor het door jou niet in acht nemen van de 4 maanden opzegtermijn aan hem toegewezen een bedrag van € 26.421 (USD 30.000);
  • de goodwillvergoeding zou volgens de wet de gemiddelde omzet van 1 jaar bedragen; dat vindt de kantonrechter te veel; hij komt tot 25% daarvan, dus € 12.000. Zijn redenering daarbij is dat Andriesse wel het e.e.a. heeft bij gedragen aan jouw roem;
  • wat jij nog van Andriesse te vorderen hebt (€ 3.748,80), wordt afgetrokken van het bedrag dat jij hem moet betalen.

[...] Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dat betekent dat je moet betalen, ook al zou je in hoger beroep gaan. De termijn voor het instellen van hoger beroep bedraagt 3 maanden. Overigens kan ook Andriesse beroep instellen, als hij de toegewezen bedragen te laag vindt of het niet eens is met de redenering van de kantonrechter.

Mocht je nog door pers worden gebeld, meld ze dan vooral [...] dat de rechter het grootste deel van zijn argumenten heeft afgewezen en ook heeft bepaald dat je gezien de omstandigheden alle reden had om op te zeggen.

[...]